Ik heb helaas weinig tot geen tijd om momenteel berichten op deze blog te plaatsen. Jammer omdat de laatste weken heel wat interessante dingen zich ontwikkelen. Niet jammer omdat er ook andere belangrijke zaken zijn. De laatste weken pendel ik wat tussen de Baltische Staten, België en Luxemburg. Er valt wel wat over te zeggen.
Vandaag, vrijdag 27 maart, stond er nog een artikel op bloomberg over de 'bust in the baltic'. Het gaat hier niet over boezems, hoewel die er ook meer dan prominent aanwezig zijn. Nee, het gaat eerder over implosie van de markt in huizen en appartementen. De prijzen zijn daar al met 25% gedaald, zeggen de bronnen in het artikel. Nu al. Ik snap het zelf amper. Ik zag er amper “Te koop”-borden aan de huizen en appartementen hangen. Helemaal in tegenstelling tot in België bijvoorbeeld, waar de borden meer en meer frequent het straatbeeld beginnen te vormen en domineren. Ik zag er nog appartementen met een kostprijs van 3500 per vierkante meter. Voor 100 vierkante meter appartement op 20 km van Riga, wel een nieuw luxe-appartement, is de vraagprijs dus 350.000 euro. Leg maar neer. Ik wou een immobiliënkantoor binnengaan en voor de lol bieden op een huis. Ik zou beginnen met een bod dat 50% lager dan de vraagprijs lag. Daarna zou ik zeggen dat ik ook met goud of zilver wou betalen, maar dan moest nog eens 50% van de prijs af. We zitten in een verkopersmarkt, voor huizen is dit nu een wereldwijd fenomeen. In een verkopersmarkt hebben kopers het voor het zeggen. Zij bepalen de prijs omdat slechts weinigen kunnen betalen. De laatste 25 jaar was de huizenmarkt een kopersmarkt en de verkopers hadden het voor het zeggen. Zij bepaalden de prijs en vroegen steeds meer en meer. Die pret is nu gedaan. Maar velen, de meeste mensen, hebben het nog niet door.
De laatste weken waren er interessante ontwikkelingen in de financiële wereld. De bankaandelen stegen keihard. Sterke dalingen worden afgewisseld met sterke stijgingen. Maar de dalingen verwoesten nog steeds meer dan de stijgingen kunnen recupereren. Zoals ik in een van mijn laatste stukken schreef, ik ga er niet op wedden of bankaandelen de komende maanden nu gaan stijgen of dalen. Er zijn argumenten voor een verdere stijging maar ook voor opnieuw een daling. Het is best mogelijk dat we een gigantisch sterke rally op de beurzen krijgen, dat gebeurde ook tijdens de vorige Depressie in 1933. Ondanks de rally bleef het een Depressie. En daarna gingen de beurzen opnieuw dalen. Ik probeer er me niet druk in te maken. Maar natuurlijk had ik 100% winst kunnen maken op KBC als ik op het laagste moment was ingestapt. Het aandeel had echter ook kunnen blijven instorten tot 5,4,3 etc. Het kan nog steeds gebeuren. Ik lig er niet meer wakker van. Nu moeten we opnieuw naar andere zaken kijken. De munten bijvoorbeeld en de prijzen van goederen.
Een CEO van BlackRock, een grote Amerikaanse financiële instelling, zegt dat 80% van de crisis achter ons ligt. Hij zegt wel dat de komende 20% de meest zware zullen zijn. Ik vind hem te optimistisch, veel te optimistisch. Het waren de mannen van BlackRock die in 1982 begonnen zijn met derivaten te fabriceren. Ik weet het nog goed. En ik weet nog veel beter wat er allemaal na 1982 gebeurde. Via derivaten werd jaar na jaar meer krediet in de markten gepompt. Dankzij deze doping gingen de markten stijgen van 1982 tot 1999. 1982 vormt een mijlpaal in de moderne financiële geschiedenis. Het was het begin van de “boom” die de wereld zou doen barsten. De barst die we nu ervaren.
Ik denk dat 20% van de crisis misschien achter ons ligt. Niet meer dan dat. Ruwweg kan ik hier zeggen dat 20% van de crisisjaren die we nu begonnen zijn uit de kredietcrisis zal bestaan. 50% voorbehouden voor de muntencrisis. (En dat moet nog goed beginnen hé). Dan blijft er nog 30% over. Wat zouden we eens zeggen. Wel, zeker nog een 20-tal procent voor de oliecrisis. Doe er ook maar de voedselcrisis bij en tekorten van allerhande goederen en grondstoffen. Dan nog 10% voor oorlog, rellen en revoluties. Waarschijnlijk te weinig voor dit laatste. Het is dan ook ruwweg bepaald. Weet ook heel goed dat al deze problemen onderling sterk met elkaar verbonden zijn.
Eind vorig jaar schreef ik dat we aan de “vooravond” stonden van een muntencrisis. Het is in elk geval beginnen schemeren, misschien is het al donker geworden. Even de gordijnen open doen… Yep, het is donker.
Op 18 maart is de Fed, de Amerikaanse centrale bank, officieel begonnen met geld te drukken om obligaties op te kopen. Quantitative easing heet dit in het jargon. Een duur, fancy, woord voor geld printen. Een moeilijk woord zodat ruim 90% van de bevolking niet zou begrijpen wat er aan het gebeuren is. Om het geleerd te doen lijken, zodat het moet overkomen dat de beleidsmakers weten waar ze mee bezig zijn, met de economie te redden. Echter, ze rijden de economie de afgrond in. Geen enkel land in de wereldgeschiedenis is rijk geworden met geld te printen. Ik ga er mijn geld niet op zetten dat het nu wel zal lukken. Geld drukken creëert GEEN welvaart. Het vernietigt welvaart. Productie en sparen creëren welvaart. Iets wat de westerse wereld is verleerd.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
Goede artikels, beste vriend!
Post a Comment